Tekst |
Neeltge Louwen weduwe koopt de voorkinderen van Thomas uit op 3-2-1615. Grietge en Ariaentge worden genoemd en verder zijn er onmondige kinderen.
f. 318 d.d. 22-11-1616: Comp. Pieter Joachimsz. duijnmeijer wonende op Staalduinen in
Zandambacht onze buurman en bekende op 28-4-1615 zekere koop gedaan te hebben van
Neeltge Louwen weduwe Thomas Adriaensz. duijnmeijer zijn comparants moeder van de
woning als huis, schuur, bargen staande op Staalduinen mitsgaders de gehele boedel en
goederen zoals die bij Thomas Adriaensz. met de dood achtergelaten zijn, breder als bij
zekere voorwaarden daarvan op datum voorsz. gemaakt hierna vermeld en geinsereerd
luidende aldus:
Op heden 28-4-1615 is Neelten Louwen weduwe Thomas Adriaensz. duijnmeijer wonende
op Staalduinen in Zandambacht geassisteerd met Louweris Joachimsz. haar zoon wonende
in Schiebroek mitsgaders met Jan Willemsz. Popel en Pieter Jansz. Vos de Hoogewerff
schepenen in Zandambacht ter eenre verdragen met Pieter Joachimsz. duijnmeijer
geassisteerd met Cornelis van der Burch, Louweris Willemsz. en Cornelis Lenaertsz.
Koeman ’s Gravenzande ter andere zijde aangaande de koop en overneming van de gehele
boedel die Thomas Adriaensz. duijnmeijer met de dood achtergelaten heeft [...]. Met diverse
voorwaarden. Verwijst naar 100 gld. die in de boedel van Thomas Adriaensz. zijn
schoonvader berustende zijn en die zijn moeder bij testament van Claes Willemsz. uit
Maasland de zoon van Willem Claesz. aldaar had gekregen. Aldus gedaan op Staalduinen in
Zandambacht en getekend op de datum als hiervoor vermeld.
Comparant belooft al deze voorwaarden te voldoen en tot verzekering hiervan verbindt hij
speciaal eerst zijn woning als huis, schuur, bargen staande op Staalduinen op de graond van
de Grafelijkheid van Holland of van het Nieuweland, en voorts nog een gerecht derde part in
8 morgen 66 roeden land gelegen in het bedijkte Nieuweland gekomen van het kapittel op
het Hof in Den Haag daarvan de andere twee derde parten toebehoren Jan Anthonisz. en
Willem Maertensz. volgens de grondkavelbrief daarvan zijnde.
f. 256 d.d. 2-3-1608: Comp. Samuel Adriaensz. Costers tot Naaldwijk en Willem Andriesz.
Bogaert ‘s Gravenzande en hebben zij comparanten te samen en elk een voor al zichzelf
verbonden als borghen en als principalen voor Thomas Adriaensz. duijnmeijer wonende op
Staelduijnen in Zandambacht als pachter van het laatste deel van de capittelsduinen gelegen
aan Staalduinen. |