NGV Stambomenverzameling
Otto van Nijenrode van Arkel

-
Naam Otto van Nijenrode van Arkel Geboren 1350 Geslacht Mannelijk Recordnummer MH:I9061 _UPD 30 MAR 2017 21:54:00 GMT+1 Overleden 1434 Persoon-ID I9061 Van Kleef Laatst gewijzigd op 24 dec 2019
Vader Gijsbert van Nijenrode, geb. ca. 1335, Breukelen, Nederland , ovl. 1395 (Leeftijd ~ 60 jaar)
Moeder Belia van Arkel-Leyenburg, geb. 1350 Recordnummer MH:F3370 _UID 59d5471fc23e41e79c0120cf307af971 Gezins-ID F3370 Gezinsblad | Familiekaart
Gezin Hedwig van Vianen, geb. 1355, ovl. 1410 (Leeftijd 55 jaar) Getrouwd 23 aug 1382 Recordnummer MH:F2456 _UID 58dd5f7e9c49c1e79bf320cf307af971 Kinderen 1. Luijtgarde van Nijenrode van Arkel, geb. 1380, Leiden, Nederland , ovl. 24 feb 1464, Leiden, Nederland
(Leeftijd 84 jaar)
2. Jan I van Nijenrode, geb. 1385, ovl. 1 jul 1454 (Leeftijd 69 jaar) 3. Splinter van Nijenrode, geb. ca. 1400, ovl. 4 jul 1467 (Leeftijd ~ 67 jaar) 4. Hendrick van Nijenrode van Arkel Laatst gewijzigd op 24 dec 2019 Gezins-ID F2456 Gezinsblad | Familiekaart
-
Aantekeningen In 1398 wordt Otto genoemd in een oorkonde van de graaf van Holland, dat hij zich met 25 krijgsmannen moet melden in West-Friesland nabij Enkhuizen, daarvandaan werd onder leiding van de zoon van de graaf, Willem van Oostervant een kruistocht tegen de Friezen ondernomen. Wordt in 1398 genoemd als maarschalk van Gooiland, maar vermoedens bestaan dat dezelfde (erf)titel al bestond onder zijn overgroot vader Gijsbrecht I van Nijenrode, maar dan onder verschillende benoemingen als Prefect van Naarden of maarschalk van het Nedersticht of Eemland, deze laatste titel werd later vaak gedragen onder de heren van Zuylen-Nyvelt en Uyten Goye. Vanaf 1403 raakt Otto ook betrokken bij de Arkelse Oorlogen, zo staat hij het Sticht en bisschop Frederik van Blankenheim bij in het beleg van kasteel Everstein en in 1407 krijgt hij de opdracht van de graaf van Holland om de grenzen te beschermen met enkele ridders tegen Gelre, die op dat moment een bondgenoot van de Heren van Arkel lijkt te zijn. Op 13 februari 1419 komt Otto voor onder de edele die aanwezig zijn tijdens de verzoening van Woudrichem tussen Jacoba van Beieren en Jan van Beieren. Hij had onder andere tienden(gronden) in Breukelen, Linschoten en Vleuten.