NGV Stambomenverzameling

Hendrikus Colijn

Mannelijk 1869 - 1944  (75 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Bronnen    |    Alles

  • Naam Hendrikus Colijn 
    Roepnaam Hein 
    Geboren 22 jun 1869  Burgerveen, Haar;emmermeer, NH, NL Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  [1
    • Kind:
      Hendrikus Colijn
      Relatiesoort:
      Kind
      Moeder:
      Anna Verkuijl
      Relatiesoort:
      Moeder
      Geslacht:
      Vrouw
      Vader:
      Antonie Colijn
      Relatiesoort:
      Vader
      Geslacht:
      Man
      Gebeurtenis:
      Geboorte
      Datum:
      dinsdag 22 juni 1869
      Gebeurtenisplaats:
      Haarlemmermeer
      Documenttype:
      BS Geboorte
      Erfgoedinstelling:
      Noord-Hollands ArchiefNoord-Hollands Archief
      Plaats instelling:
      Haarlem
      Collectiegebied:
      Noord-Holland
      Aktenummer:
      255
      Registratiedatum:
      1869
      Akteplaats:
      Haarlemmermeer
    Geslacht Mannelijk 
    Recordnummer 54723 
    Overleden 18 sep 1944  Ilmenau, Th?ringen, Dld Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats 
    _NEW 9 jun 2014 
    Persoon-ID I54723  Boom 007
    Laatst gewijzigd op 12 jun 2014 

    Vader Antonie Colijn,   geb. 11 feb 1833, Almkerk, Woudrichem, NB, NL Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats,   ovl. 17 dec 1913, Haarlemmermeer, NH, NL Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  (Leeftijd 80 jaar) 
    Moeder Anna (Pieternella) Verkuijl,   geb. ca. 1841, Eethen (Aalburg), NB, NL Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats,   ovl. 2 sep 1920, Haarlemmermeer, NH, NL Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  (Leeftijd ~ 79 jaar) 
    Getrouwd 15 okt 1868  Haarlemmermeer, NH, NL Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  [1
    • Bruidegom:
      Antonie Colijn
      Relatiesoort:
      Bruidegom
      Geslacht:
      Man
      Geboorteplaats:
      Almkerk
      Leeftijd:
      35
      Beroep:
      Landbouwer
      Vader bruidegom:
      Hendrikus Colijn
      Geslacht:
      Man
      Beroep:
      Landbouwer
      Moeder bruidegom:
      Pietronella Adriana Groenenberg
      Geslacht:
      Vrouw
      Bruid:
      Anna Verkuijl
      Relatiesoort:
      Bruid
      Geslacht:
      Vrouw
      Geboorteplaats:
      Eethen
      Leeftijd:
      27
      Vader bruid:
      Arie Verkuijl
      Geslacht:
      Man
      Beroep:
      Landbouwer
      Moeder bruid:
      Anna Colijn
      Geslacht:
      Vrouw
      Gebeurtenis:
      Huwelijk
      Datum:
      donderdag 15 oktober 1868
      Gebeurtenisplaats:
      Haarlemmermeer
      Documenttype:
      BS Huwelijk
      Erfgoedinstelling:
      Noord-Hollands ArchiefNoord-Hollands Archief
      Plaats instelling:
      Haarlem
      Collectiegebied:
      Noord-Holland
      Aktenummer:
      76
      Registratiedatum:
      15 oktober 1868
      Akteplaats:
      Haarlemmermeer
      Aktesoort:
      H
    Gezins-ID F1402333546  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Helena Groenenberg,   geb. 23 sep 1867, Hoofddorp, Haarlemmermeer, NH, NL Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats,   ovl. 14 nov 1947, 's Gravenhage, Den Haag, ZH, NL Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  (Leeftijd 80 jaar) 
    Getrouwd 18 jul 1893  Haarlemmermeer, NH, NL Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  [1
    Type: civil 
    • Bruidegom:
      Hendrikus Colijn
      Relatiesoort:
      Bruidegom
      Geslacht:
      Man
      Geboorteplaats:
      Haarlemmermeer
      Leeftijd:
      24
      Beroep:
      2e luitenant KNIL
      Vader bruidegom:
      Antonie Colijn
      Geslacht:
      Man
      Beroep:
      Landbouwer
      Moeder bruidegom:
      Anna Verkuijl
      Geslacht:
      Vrouw
      Bruid:
      Helena Groenenberg
      Relatiesoort:
      Bruid
      Geslacht:
      Vrouw
      Geboorteplaats:
      Haarlemmermeer
      Leeftijd:
      25
      Vader bruid:
      Hendrikus Groenenberg
      Geslacht:
      Man
      Beroep:
      Landbouwer
      Moeder bruid:
      Anthonia Verkuijl
      Geslacht:
      Vrouw
      Gebeurtenis:
      Huwelijk
      Datum:
      dinsdag 18 juli 1893
      Gebeurtenisplaats:
      Haarlemmermeer
      Documenttype:
      BS Huwelijk
      Erfgoedinstelling:
      Noord-Hollands ArchiefNoord-Hollands Archief
      Plaats instelling:
      Haarlem
      Collectiegebied:
      Noord-Holland
      Aktenummer:
      74
      Registratiedatum:
      18 juli 1893
      Akteplaats:
      Haarlemmermeer
      Aktesoort:
      H
    Kinderen 
     1. Antonie Hendrikus Colijn,   geb. ca. 1894, Ambarawa, Indonesie Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats
    Laatst gewijzigd op 24 dec 2019 
    Gezins-ID F1402333547  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Aantekeningen 
    • (Wikipedia)
      Naam Hendrikus Colijn
      Geboren 22 juni 1869 Burgerveen
      Overleden 18 september 1944 Ilmenau
      Partij ARP
      Politieke functies
      1909-1911, 1922-1923,
      1929-1933, 1937 Tweede Kamer
      1911-1913 Minister van Oorlog
      1912-1913 Minister van Marine
      1914-1920, 1926-1929,
      1939-1944 Eerste Kamer
      1920-1933, 1939-1941 Voorzitter Centraal-Comit? ARP-kiesverenigingen
      1920-1944 Politiek leider
      1922, 1925, 1929, 1933,
      1937 Lijsttrekker Tweede Kamerverkiezingen
      1922-1923, 1929-1933 Fractievoorzitter TK
      1923-1926, 1939 Minister van Financi?n
      1925-1926, 1933-1939 Voorzitter ministerraad
      1925, 1933-1937 Minister van Koloni?n
      1926-1929 Fractievoorzitter EK
      1929-1944 Minister van Staat
      1934, 1939 Minister van Economische Zaken
      1935 Minister van Waterstaat
      1935-1937 Minister van Defensie
      1937 Minister van Buitenlandse Zaken
      1937-1939 Minister van Algemene Zaken
      Parlement & Politiek - biografie
      Nederland
      Hendrikus (Hendrik) Colijn (Burgerveen, 22 juni 1869 ? Ilmenau, 18 september 1944) was een Nederlands militair, topfunctionaris en politicus van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). Van 1925 tot 1926 en van 1933 tot 1939 was hij in vijf kabinetten voorzitter van de ministerraad (minister-president, kabinetten Colijn I, II, III, IV en V).

      Alhoewel geboren in de Haarlemmermeer, groeide Colijn op in het Land van Heusden en Altena. Zowel zijn ouders als grootouders kwamen daar vandaan en hadden er een nering als landbouwer (gehad). In het in deze noordelijkste streek van Noord-Brabant gelegen dorpje Uitwijk zat hij op de lagere school.

      Hij behoorde oorspronkelijk tot de Christelijke Gereformeerde Kerken, een orthodox-calvinistisch kerkgenootschap met bevindelijke trekken. Toen deze voor het overgrote deel met de dolerenden die zich in 1886 van de Nederlandse Hervormde Kerk afscheidden in 1892 samengingen in de Gereformeerde Kerken in Nederland, voegde ook Colijn zich bij dit nieuwe gereformeerde kerkgenootschap.

      Hij volgde vanaf 1883 een opleiding aan de christelijke kweekschool in Nieuw-Vennep. In deze plaats had hij ook zijn eerste betrekking, van 1884 tot 1886 werkte hij er als hulponderwijzer.

      Militaire loopbaan[bewerken]
      Colijn ambieerde echter een loopbaan in een andere richting, reden waarom hij van 1886 tot 1890 een militaire opleiding bij het instructiebataljon te Kampen genoot plus van 1890 tot 1892 een hoofdcursus officiersopleiding, eveneens in Kampen. Van 1892 tot 1909 was hij als KNIL-militair in het toenmalige Nederlands-Indi? gelegerd, voornamelijk in Atjeh.

      Lombok Expeditie, 1894[bewerken]
      Colijn nam in 1894 deel aan de Expeditie naar Lombok waarbij veel burgerslachtoffers vielen. Zelf was hij als officier ook bij de over en weer gepleegde wreedheden betrokken, zoals blijkt uit een lang na zijn dood gepubliceerde brief:

      "Ik heb er een vrouw gezien die, met een kind van ongeveer 1/2 jaar op den linkerarm, en een lange lans in de rechterhand op ons aanstormde. Een kogel van ons doodde moeder en kind. We mochten toen geen genade meer geven. Ik heb 9 vrouwen en 3 kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten, en zo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk, maar 't kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten. 't Was een verschrikkelijk werk. Ik zal er maar over eindigen."[1]

      Voor zijn optreden ontving hij in augustus 1895 de Militaire Willems-Orde.

      H. Colijn als kapitein van het Korps Marechaussee te Atjeh
      Naar Atjeh[bewerken]
      In de periode van "het Verraad van Teukoe Oemar' (29 maart 1896) werd Colijn van Groot Atjeh overgeplaatst naar Poeloe Raja, een eiland vlak voor de westkust van Atjeh dat als een veilige uitvalsbasis diende voor patrouilles op het vaste land aan de westkust. Colijn omschreef deze locatie als de meest veilige plaats van Atjeh. Zijn verblijf op Poeloe Raja was van korte duur, want eind 1896 werd Colijn overgeplaatst naar de havenplaats Sabang op het eiland Poeloe Weh. Hij zou hier tot oktober 1897 als bestuurder blijven. Van november 1898 tot mei 1899 was Colijn civiel gezaghebber van de afdelingen Indrapoeri en Seulimeun te Groot-Atjeh (zie afbeelding van zijn huis te Seulimeun).

      Westkust Atjeh[bewerken]
      In 1899 kwam Tapa Toean (westkust Atjeh) aan de beurt voor een militaire bezetting met een officier als besturend ambtenaar aan het hoofd. Voor deze verantwoordelijke functie werd de 1e luitenant der Infanterie H. Colijn uitverkoren om hier met 60 militairen een nieuwe post op te zetten. In deze nieuwe onderafdeling die zich uitstrekte van Koeala Bate? tot aan de streek Troemon moest Colijn met zijn ondergeschikten orde scheppen. Op 3 juni 1899 kwam Colijn aan te Tapa Toean. Colijn zou Civiel- & Militair Gezaghebber van Tapa Toean blijven tot omstreeks oktober 1901. In 1901 werd hij wegens bijzondere verdiensten tot kapitein bevorderd. Hij werd in Tapa Toean opgevolgd door de kapitein M.J.J.B.H. Championi, ook een van Van Heutsz' parels op civiel en militair gebied.

      Noordkust Atjeh[bewerken]
      Van 9 april tot 9 juli 1902 was hij vervolgens belast met het bestuur over de onderafdeling Lho Seumaweh (noordkust van Atjeh). Van 29 juni tot begin september 1902 was kapitein H. Colijn commandant van de vliegende colonne die vanuit de noordkust een tocht naar de binnenlanden maakte. De colonne leverde op de Hoogen Boer Intem-Intem (centraal Atjeh) een zwaar gevecht. Vanaf 20 april 1903 was hij wederom belast met het bestuur over de onderafdeling Lho Seumaweh. In 1903 droeg een vliegende colonne onder commando van Colijn die in de Kroeeng Pas? (noordkust Atjeh) ageerde, ertoe bij dat het machtige hoofd der Moekims XXII, Panglima Pol?m II met 150 volgelingen te Lho Seumawe op 6 september 1903 zich onderwierp aan het Nederlandse gezag. Dit werd gezien als een enorme overwinning voor generaal Van Heutsz. In 1904 werd hij als beloning voor zijn verdiensten adjudant van generaal Van Heutsz. In 1904 ging hij met verlof naar Nederland, waar hij ontvangen werd door koningin Wilhelmina en koningin Emma.

      Centraal Atjeh[bewerken]
      Na terugkomst te Atjeh werd Colijn assistent-resident van de Gajo- en Alaslanden. In navolging van de bekende tocht door de luitenant-kolonel G.C.E. van Daalen volgde onder commando van Colijn nog een dergelijke tocht naar de Gajo-, Alas- en Pakpak Bataklanden in de periode van 28 oktober 1904 tot en met 6 maart 1905. In april 1905 schreef Colijn een bestuursplan voor het Meer- en Dorotgebied. Hierin werden uitgebreide instructies voor de bestuurders vastgesteld. Conform dit plan kwam er een vast bivak met vier brigades van de 4e Divisie van het Korps Marechaussee te voet, 2 officieren en een dokter aan het Laut Tawar (centraal Atjeh). De oudste officier trad op als civiel bestuurder van het merengebied en aangrenzende gebieden. Samarkilang en Serbodjadi werden niet permanent bezet, maar er diende wel te worden gepatrouilleerd door de colonnes uit Lho Seumaweh (noordkust), Idi (oostkust) en Koeala Simpang (oostkust).
      In 1907 verliet hij de militaire dienst met de rang van majoor.

      De offici?le onderwerping van Pretendent Sultan te Koeta Radja, januari 1903
      Uit Dienst[bewerken]
      In 1907 werd Colijn benoemd tot secretaris van het gouvernement van Nederlands-Indi?. Hij maakte in deze periode vele reizen door de hele Indonesische archipel. De vrucht van deze jaren is zijn uitvoerige studie Politiek beleid en bestuurszorg in de Buitenbezittingen (1907). Hij werd in 1910 namens de ARP lid van de Tweede Kamer voor het district Sneek. In 1911 volgde hij de afgetreden Minister van Oorlog op, maar na de nederlaag van de coalitie in 1913 ging hij het bedrijfsleven in.

      Zakelijke loopbaan[bewerken]
      Colijn sloot in 1914 een tienjarig miljoenencontract met de Bataafse Petroleummaatschappij. Zodoende was hij niet beschikbaar toen koningin Wilhelmina hem in 1918 aan het hoofd wilde van een nieuwe confessionele regering.

      Politieke loopbaan[bewerken]
      Hij hield contact met de Nederlandse politiek als lid van de Eerste Kamer. Na de dood van Abraham Kuyper werd Colijn voorzitter van de ARP en hoofdredacteur van het ARP-partijorgaan De Standaard. Zodoende werd hij de leider van de ARP.

      Zijn eerste periode als voorzitter van de ministerraad was van 1925 tot 1926. In datzelfde kabinet had hij de post van minister van Financi?n. Daarna werd hij opnieuw Eerste Kamerlid.

      Nadat zijn ambitie om Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indi? te worden in 1929 niet werd verwezenlijkt, bleef hij Eerste Kamerlid totdat zijn tweede benoeming tot voorzitter van de ministerraad volgde in 1933. Er zouden in totaal vijf kabinetsperiodes volgen onder zijn leiding, waarin hij in de eerste twee tevens minister van Koloni?n was, en in de laatste twee minister van Algemene Zaken. Zijn laatste regeringsperiode duurde overigens slechts twee weken: dat kabinet werd bij de regeringsverklaring weggestemd door een motie van RKSP-fractievoorzitter Deckers.

      Tijdens de crisis van de jaren '30 voerde Colijn een strakke bezuinigingspolitiek, waarbij voornamelijk werd bezuinigd op ambtenarensalarissen en onderwijs. De verlaging van de werklozensteun mondde uit in het Jordaanoproer van 4 juli 1934 waarbij vijf doden vielen. Zijn hoofddoel, de handhaving van de gouden standaard, moest hij echter op 27 september 1936 opgeven.

      'Ga maar rustig slapen'[bewerken]
      Na de Duitse bezetting van het Rijnland, die een schending was van het Verdrag van Locarno, hield Colijn op 11 maart 1936 een befaamde radiotoespraak. Hij wees op de internationale spanningen en kondigde aan dat winterlichting '35 langer onder de wapenen zou blijven. Dit was, aldus Colijn, slechts voorzorg. "Daarom maan ik nog eens aan om zich niet te laten verontrusten." Hij be?indigde zijn radiorede zo: "Ik verzoek den luisteraars dan ook om wanneer ze straks hunne legersteden opzoeken, even rustig te gaan slapen als ze dat ook andere nachten doen. Er is voorshands nog geen enkele reden om werkelijk ongerust te zijn."

      Naar deze uitspraak werd later vaak verwezen alsof Colijn "aan de vooravond van de Duitse bezetting" (dus april of mei 1940, toen hij geen minister meer was) nog over rustig gaan slapen zou hebben gesproken, maar dat is onwaar.

      De dienstplichtigen van de regimenten infanterie en van het regiment wielrijders, zo'n 6000 man, zwaaiden niet af op 14 maart, maar vijf weken later[2].

      Tweede Wereldoorlog[bewerken]
      In 1940 vluchtte de Nederlandse regering naar het Verenigd Koninkrijk nadat Nederland werd bezet door de Duitsers. Colijn veroordeelde deze vlucht in scherpe bewoordingen. Hij verwoordde zijn standpunten in een brochure getiteld Op de grens van twee werelden, waarin hij opriep de realiteit van het Duitse leiderschap in Europa te erkennen. Hij wijzigde zijn standpunten later weer, toen de Duitsers zijn ARP met de andere partijen verboden. Met de Nederlandse Unie wilde hij niets te maken hebben, en hij steunde steeds meer het verzet tegen de Duitsers.

      In 1941 werd Colijn als gevolg van zijn steun aan het verzet door de Duitsers gevangengezet, in eerste instantie in het Limburgse Valkenburg, later in Duitsland, eerst in Berlijn en vervolgens in Hotel Gabelbach te Ilmenau (Th?ringen), waar hij samen met zijn vrouw verbleef en een grote mate van vrijheid genoot. Zelfs had hij hier contact met hoge nazi's.[3] Alhoewel op afstand verkerende van zijn vaderland, was hij op de hoogte van de kerkelijke perikelen waarin de Gereformeerde Kerken destijds waren verwikkeld en die in 1944 tot een kerkscheuring - de Vrijmaking - zouden leiden. Hij kon weinig waardering opbrengen voor de Vrijgemaakten en hun voorman, de theoloog Klaas Schilder.[3] In datzelfde jaar overleed Hendrikus Colijn halverwege september op 75-jarige leeftijd aan een hartverlamming in zijn ballingsoord. In 1947 werd hij herbegraven in 's-Gravenhage. In 2006 werd besloten in Ilmenau een gedenkteken voor hem op te richten. Bij de gedenksteen is een tekst geplaatst, waarop een samenvatting staat van zijn carri?re en de reden waarom hij in Ilmenau verbleef.

      Familie[bewerken]
      Colijn was in 1893 getrouwd met Helena Groenenberg en zij hadden drie zonen. Het gezin woonde aan de Stadhouderslaan 151 in Den Haag. Twee van hun zonen kwamen om tijdens de bezetting van het toenmalige Nederlands-Indi? door de Japanners. Een van de twee omgekomenen was de amateurbergbeklimmer Anton Colijn. De andere zoon was Pieter Colijn die door het Japanse leger in 1943 onthoofd werd wegens verzetsactiviteiten.

      Helen Colijn (1921), kleindochter van Colijn en dochter van Anton Colijn, schreef een boek, De Kracht van een Lied, overleven in een vrouwenkamp, waarop de film Paradise Road uit 1997 is gebaseerd. Zij verbleef bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog met haar ouders en zusters in Nederlands-Indi?. Samen met twee zusters werd zij vanaf 1943 ge?nterneerd in meerdere vrouwenkampen op Sumatra. Ook haar moeder was ge?nterneerd. Moeder en zusters overleefden deze oorlogstijd.

      Hij had een broer die ook politicus was, Arie Colijn (1870-1932) geheten. Deze zat - eveneens voor de ARP - onder meer in de Tweede Kamer en was burgemeester van Nieuwer-Amstel.

      Literatuur[bewerken]
      Jan Bank en Chris Vos, Hendrikus Colijn antirevolutionair, 1987, 207 p., De Haan - Houten, ISBN 90-269-4245-1
      Jan de Bruijn en Herman Jan Langeveld, Colijn: bouwstenen voor een biografie, 1994, 338 p., Kok - Kampen, ISBN 90-242-8377-9
      Herman Langeveld, Hendrikus Colijn 1869-1944.
      Deel 1: Dit leven van krachtig handelen (1869-1933), Balans - Meppel, 1998, 480 p., ISBN 90-5018-506-1
      Deel 2: Schipper naast God (1933-1944), Balans - Amersfoort, 2004, 650 p., ISBN 90-5018-717-X
      Externe link[bewerken]
      Logo Wikimedia Commons
      Commons heeft meer mediabestanden in de categorie Hendrikus Colijn.
      Colijn, Hendrikus (1869-1944), Biografisch Woordenboek van Nederland
      Eresabel van Colijn in de collectie van het Rijksmuseum.
      Portal.svg Portaal KNIL
      Bronnen, noten en/of referenties
      Omhoog ? Ethische biografie over Hendrikus Colijn: Hardvochtige boerenzoon uit de Haarlemmermeer. Recensie van Colijns biografie in NRC Boeken, 17 april 1998
      Omhoog ? L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, uitg. Staatsuitgeverij, deel 1, blz. 536

  • Bronnen 
    1. [S34] .