Aantekeningen |
- In 1684 eist de schout 2 herenponden boete van Evert Janssen, zoon van Jan Rutgerssen, op Kleijn Colfschooten en Cornelis van Santen wegens vechten ten huize van Cornelis van Santen (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 28-07/01-12-1684).
In 1685 eist de schout 8 herenponden boete van Helmert Aertsen, de zoon van Aert de kuiper en Evert Janssen, op Klein Colfschoten wegens vechten ten huize van de molenaar (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 10-08/03-11-1685).
In 1686 eist Evert Jansen van Colfschoten betaling van f 7-10 van Mor Gerritsen voor geneeskundige hulp van hem door Mor "op het heijnste vet ten huijse van Jan Gerritsen, molenaer in de maent April 1686 heeft aengedaen" (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 21-06-1686).
Evert Jansen beleend met Kleijn Kolverschoten (Leenboek Huis Scherpenzeel 148, fol. 41; 05-02-1686).
In 1687 eist de schout 8 herenponden boete van Evert Janssen, op Klein Colfschoten wegens vechten met Meuws Willemsen, knecht op Langelaer ten huize van Bessel, op ?t Neth (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 1402/19-09-1687).
In 1698 laten Evert Jansen van Colverschoten en Trijntje Jans van Lambalgen hun huw. voorw. maken. Evert: 600 gl. uit vaders goed; Trijntje: 500 gl. uit moeders goed (Not. Amersfoort AT023b002; 15-04-1698).
Hermen Jans beleend na dode van zijn broer Evert Jans met Kleijn Colverschoten. (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 42; 05-07-1702).
In 1711 verkoopt Hendrikje Willems van Ronselaar, wed. Jan Aertsz van Lambalgen, mede namens haar me.j. dochters Deliana en Willemina Jans van Lambalgen en Trijntje Jans van Lambalgen, voordochter van haar overleden man, deze twee kampen onder Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1185, fol. 76; 11-11-1711. Beleningen Holevoet nr. 44).
Lidm. Scherpenzeel 31-05-1691: Trijntje Jansen van Lambalgen, jd.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Trijntje Jansen van Lambalgen, wed. Evert Jansen Colfschooten.
|