Aantekeningen |
- GA Kampen: RA testamenten (1728-1738) invnr. 149, nr. 16, fol. 14, dd. 28 augustus 1728: Testament van Stijntjen Hendriks Hulshof, wonende te Groningen, die omdat ze hier niet bekend is, wordt geassisteerd met twee geloofwaardige getuigen die haar kennen. Stijntjen heeft secretaris Herweijer tot momber gekozen. Zij herroept het testament dat zij op 19 september 1727 te Groningen heeft gemaakt. Zij legateert 25 gulden aan het Diaconie kinderhuis in de stad Groningen en 100 gulden aan de Mennonieten Armen in Groningen. Zij is lidmaat van de Mennonieten Gemeenschap aldaar. Tot haar erfgenamen benoemt zij haar neef Joris Gerritsen Richers en haar nichten Trijntjen Gerritdsen Richers, Marregje Gerrits ten Caaten en Trijntjen Gerrits ten Caaten, of hun kinderen. Deze erfgenamen moeten echter aan tesatatrices zuster Aaltje Henriks uitkeren een derde deel van de patrimoniale goederen in de stad Groningen of in de daaronder vallende gebieden gelegen. In plaats van dit derde deel kunnen de erfgenamen volstaan met een eenmalige som van 500 gulden. Naa Aaltjes dood moet dit derde deel of de som van 500 gulden terugkeren naar de erfgenamen voornoemd. De erfgenamen moeten tevens uitkeren aan testatrices zwager Pieter Dirksz, of bij vooroverlijden aan diens zoon Alle Pieters een somm van 500 gulden. Als beiden komen te sterven zonder verdere nakomelingen, moet deze som terugkeren bij de erfgenamen voornoemd. Mocht testatrice te Groningen komen te sterven, dan zullen haar zwager en diens zoon voornoemd voor de kosten van haar begrafenis en de rouwkleren een som van 300 gulden krijgen.
GA Kampen; RA testamenten (1728-1738) invnr. 149, nr. 226, fol. 223v, dd. 12 februari 1737: Testament van Joris Gerritsen Richarts. Hij herroept eerder gemaakte beschikkingen. Hij legateert aan Marrijtje ten Cate, vrouw van Berent Daniles Cremer, en aan Trijntien ten Cate, vrouw van Lambert Bussemaker, of hun kinderen, zijn vierde deel van het erf en goed Hogewold, gelegen in het Nieuwenbroek op de Veluwe alsmede zijn vierde deel van het erf en goed Bokdam, gelegen in Overijssel in het gericht van Kedingen, buurtschap Ypelo. Tot zijn erfgenamen benoemt hij Trijntien ten Cate, vrouw van Andries Wouters en Theunis ten Cate, kinderen van zijn halve zuster wijlen Claartien Gerritsen Richards, beiden wonende te Sneek, verder Urseltien Richarts, weduwe Grevinks en Hendrik Bolte, alhier wonende, Marretie ten Cate, vrouw van Berent Daniles Cremer en Trijntien ten Cate vrouw van Lambert Bussemaker wonende te Deventer, testators volle neef en nichten, te delen in egale porties. Kinderen van overledenen komen in ouders plaats.
|