Aantekeningen |
- Militaire inzet en mandaat 1946-1950
De Eerste Divisie "7 December" was vernoemd naar de rede van Koningin Wilhelmina in Londen op 7 december 1942, waarin zij de contouren schetste van de naoorlogse relatie tussen Nederland en de overzeese gebiedsdelen: Ik stel mij voor, zonder vooruit te loopen op de adviezen der rijksconferentie, dat zij zich richten zullen op een Rijksverband, waarin Nederland, Indonesië, Suriname en Curaçao tezamen deel zullen hebben, terwijl zij ieder op zichzelf, de eigen inwendige aangelegenheden in zelfstandigheid en steunend op eigen kracht, doch met den wil elkander bij te staan, zullen behartigen. Daarbij zal voor verschil van behandeling op grond van ras of landaard geen plaats zijn, doch zullen slechts de persoonlijke bekwaamheid der burgers en de behoeften van de verschillende bevolkingsgroepen den doorslag geven voor het beleid der Regering.
De dienstplichtig militairen van de 7 December Divisie - veelal geboren in 1925 - werd voorgehouden dat zij een bijdrage zouden gaan leveren aan het herstel van het Nederlands gezag en daarmee aan de totstandkoming van de autonome staat Indonesië binnen het Koninkrijk der Nederlanden. De militaire inzet werd door de Nederlandse regering eufemistisch omschreven als politionele actie. In de jaren 1946-1950 hebben in totaal 18.544 Nederlandse militairen in Indonesië gediend als onderdeel van de 7 December Divisie: 880 officieren, 1.300 onderofficieren en 16.364 korporaals en soldaten. De kwartiermakers van de 7 December Divisie vertrokken op 1 september 1946, de meeste militairen volgden vanaf eind september en in de loop van oktober. Eind november 1949 keerden de eerste militairen met het troepentransportschip Volendam weer terug in Nederland. De terugkeer van de 7 December Divisie werd voltooid en afgerond in januari 1950. De meeste militairen hadden er toen ruim drie jaar tropendienst opzitten.
Eerste commandant van de 7 December Divisie was generaal-majoor Henri Julius Jan Willem Dürst Britt (1894-1963). Op 2 september 1949 droeg hij het commando over aan generaal-majoor Eduard Engles (1895-1959), die het commando vervolgens tot 25 april 1950 heeft gevoerd.
Mouwembleem het wapen van Batavia met de witte letters E M, wat staat voor Expeditionaire Macht.
Soldaat 1e klasse 1e Infanterie brigade 7 december Divisie Indonesië.
De 7 December Divisie bestond uit drie Brigade groepen, de 7.335 namen van de naamlijst is een deel van de
18.544 personen van de Divisie, deze lijst kan mogelijk niet compleet zijn en fouten bevatten.
Op de naamlijst staan, per onderdeel, alle personen vermeld die in het tijdvak gelegen tussen de aankomst in
Indië en 1 september 1948 bij een van de onderdelen van de 1e Infanterie Brigade groep dienden.
Iemand die gedurende deze periode werd overgeplaatst van het ene onderdeel naar het andere, komt dus opdeze lijst tweemaal voor.
De rangen achter de namen zijn die welke op het ogenblik van afsluiten van de lijst golden.
Opgericht 01-09-1946
Onderdeel van C - Divisie "7 december"
Toegevoegd aan T.T.C West - Java
Actiegebied(en) residenties Buitenzorg en Bantam
Commandant Kolonel A.A.J.J. Thomson 01-09-1946 / 29-06-1948
Kolonel D. Blanken 29-06-1948 / 20-10-1949
Opgeheven 20-10-1949
De 1e Infanterie Brigade Groep was gevormd uit dienstplichtige militairen van de lichting '45. Het kader bestond voornamelijk uit OVW'ers die hun opleiding in Engeland kregen.
Op 6 november nam de Brigade de sector Buitenzorg over van de W - Brigade. Het KNIL bataljon Infanterie I was aan de Brigade toegevoegd en ondersteunde tot eind februari, begin maart 1947, de onderdelen bij hun nieuwe taak.
Om het gebied zo doeltreffend mogelijk te zuiveren en vrij te houden van infiltraties werden de troepen zo dicht mogelijk langs de demarcatielijn gelegerd.
In februari 1947 werd het gebied uitgebreid met de Poentjak sector, waar reeds een bataljon van de Brigade gelegerd was en onder cdo. van de W - Brigade stond. Na het staakt het vuren van 15 februari 1947 werd het aanzienlijk rustiger in het gebied.
De taak van de 1e Infanterie Brigade Groep tijdens de 1e politionele actie, op 21 juli 1947, bestond uit het bezetten van de regentschappen Buitenzorg en Soekaboemi en het onbeschadigd in handen krijgen van de krachtstations Oebroeg en Kratjak
Reeds op de tweede actiedag werden de beide krachtstations bezet. Hierna werd er doorgestoten naar Pelaboehanratoe aan de Wijnkoopsbaai. Na de overname van het door de 3e Infanterie Brigade Groep bezette gebied Tjiandjoer en Soekaboemi vonden er vanaf 25 juli in het gehele gebied zuiveringsacties plaats.
Op 5 augustus had de 1e Infanterie Brigade Groep alle opgedragen doelen bereikt.
Na de 1e politionele actie besloeg het gebied van de Brigade de residentie Buitenzorg en delen van de residentie Batavia (Tangerang en het west Krawangse).
Tegen het eind van 1948 werd duidelijk dat een tweede grote actie waarschijnlijk werd. De brigade stelde zich in op de vorming van gevechtsgroepen die aan de actie in Bantam zouden deelnemen.
De taak van de 1e Infanterie Brigade Groep tijdens de 2e politionele actie, op 23 december 1948 bestond uit de bezetting en zuivering van de residentie Bantam uitgevoerd door een snelle actie met twee gevechtsgroepen. De tegenstand was gering en vernielingen veroorzaakten de grootste vertraging in de opmars. Op 27 december waren alle gestelde doelen bereikt.
Na de actie was het Brigadevak aanzienlijk uitgebreid met de bezetting van Bantam. In juli begonnen de vele hergroeperingen in verband met de aanstaande repatriëring Geleidelijk werden de onderdelen van de Brigade afgelost.
Op 20 oktober 1949 werd de 1e Infanterie Brigade Groep als tactische eenheid opgeheven.
Bron: http://www.indie-1945-1950.nl
|