Aantekeningen |
- kroes zn. ?drinkgerei?
categorie: waarschijnlijk substraatwoord
Mnl. croese, cruse ?kruik, kan, drinkschaal, beker, van aardewerk of metaal? in coppen, nappen ... en croesen ?kopjes, kommen en bekers? [1350?1400; MNW-P], kannen ... krusen ?kannen, kruiken? [1377?78; MNW]; nnl. kruyse ?drinkvat?, kroes ?beker, bokaal? [beide 1599; Kil.], kroes ook ?vat om iets in te verhitten? in deze hegmunt ... ten kroez' ... tot smeltens toe ?dit valse geld in de smeltkroes tot het is gesmolten? [1630; WNT]; nnl. kroes ?drinkbeker van metaal? in twee tinnen kroezen [1857; WNT].
Mogelijk een zeer oude ontlening aan Grieks kross?s ?kruik, urn, emmer? (< *kroki?s?), waarvan ontlening aan een voor-Griekse taal algemeen aangenomen wordt. Waarschijnlijker is dat het Griekse en het Germaanse woord beide afkomstig zijn uit dezelfde substraattaal. Zie ook kruik.
Mnd. kros, krus; ohd. kruselin ?kroesje? (mhd. kruse, nhd. Krause ?kroes, drinkgerei van aardewerk?); oe. cruse (ne. vero. cruse ?aarden kruik?); on. kr?s ?pot? (nzw. krus ?kroes?). De ongebruikelijke klinkerwisselingen in de Germaanse talen wijzen eveneens op ontlening.
Misschien hoort hierbij dan ook Middeliers crocan ?pot?.
Fries: kroes
|