Aantekeningen |
- R.A. Veenendaal 13.9.1728;
Gerrit van de Poel, Jan de Gooijer, ouderlingen, Hendrik van Dolder, Jochem de Bijll, Hendrik van Kooten, diaconen verklaren dat in 't voorjaar 1724 in de craem is komen te overlijden Maria Hendrix, getr. met Toon Jansen, wonende in de Melm onder Renswoude nalatende 4 kinderen. De diaconieen van Veenendaal en Renswoude hebben zich over 't jongste craemkind, toen 5 weken oud, ontfermd terwijl de vader Toon Jansen er nooit naar heeft omgezien. Ook de andere kinderen, waarvan er 1 is overleden, worden onderhouden door de vrienden van beijde zijden. Nu is in april 1728 Hendrik Lambertsen onder Woudenberg overleden, de vader van Maria Hendrix en de grootvader van 't kraamkind. Toon Jansen toont geen belangstelling voor deze erfenis maar zijn broer Aelbert Jansen zo veel te meer, deze Aelbert biedt aan voor het kind te zorgen, zodat de diaconie daarvan ontslagen wordt. Gerritje Willems weduwe Evert Bos, moeder van zijn vrouw stelt zich borg. De erfenis blijkt echter klein te zijn, maar hij mag toch voor het kind zorgen.
|