Aantekeningen |
- In 1764 laten Tijsch Janse van Ginkel en zijn vrouw Sijmetje Jansz van Lambalgen en Cornelis Barten van Blouwendraat, wed. Evertje Jansz van Ginkel hun testament maken. Erfgename: Maria Cornelisse, innocente dochter van Cornelis Barten van Blouwendraat krijgt jaarlijks 30 gulden. Cornelis Barten van Blouwendraat krijgt jaarlijks 15 gulden. Hun hofstede met een huis, hof en schuur op de Wetering, gebruikt door Maatje Jans van Ginkel, wed. Teunis Danisse, blijft onverdeeld. Maatje Jans van Ginkel is voor 1/4 deel eigenaresse, Tijs Jansz van Ginkel voor 1/2 deel en Cornelis Barten van Blouwendraat voor 1/4 deel. Voogd van Maria Cornelisse: haar broer Peter Cornelisse. Gedaan ten huize van Hendrik de Haas aan de Holevoet. Huw. voorwaarden gemaakt 06-01-1753 voor de secretaris van Woudenberg. (Recht. Arch. Woudenberg 2347, blz. 8, 9, 10; 22-11-1764).
|