Aantekeningen |
- Op 4 maart 1768 maakt notaris Cornelis de Quartel, notaris te Strijen, een testament op voor Cornelis Cornelisse Waalboer.
Hij is dan "Jongman, oud over de veertien en in in sijn vijtiende Jaar" en woont bij zijn moeder Lijntje Janse van der Giessen, weduwe van zijn vader Cornelis Corse Waalboer en op dat moment gehuwd met Arij Cornelisse van der Giessen.
De vraag dringt zich onmiddelijk op waarom een jongen van 14 jaar zijn tetstament opmaakte. Kennelijk had hij behoorlijk wat bezittingen geerft van zijn vader. Een tetstament hebben we niet kunnen vinden. We weten ook niet wanneer zijn vader precies overleden is.
Nog opmerkelijker wordt het wanneer we zien dat zijn moeder Lijntje en haar echtgenoor Arie van der Giessen in mei van datzelfde jaar ook een testament opmaken, waarbij Cornelis nagenoeg de enige erfgenaam is.
De testateur verklaard beneden de twee duijsend gulden te sijn gegoed en sonder fidei commis.
Op heden den vierden Maart 1768 compareerde voor mij Cornelis de Quartel, openbaar Notaris bij den Hove van Holland geadmitteerd, in Strijen residerende ende voor de nagenoemde getuijgen Cornelis Cornelisse Waalboer, jongeman, oud over de veertien, en gaande in sijn vijftiende Jaar, wonende bij sijn Moeder en Behoud Vader aan den Schenkeldijk onder 's Gravendeel, mij Notaris bekend sijnde bequaam om van sijne goederen te kunnen bevelen, denwelke verklaar-
de te revoceren en vernietigen alle voorgaande Testamenten, Codicillen en alle andere actens van uijtterste wille bij hem te vorens gemaakt ende gepasseert, 't sij alleen of met en benevens ijmand anders alwaar 't dat in eenige van dien, eenige clausule van onwederroepelijkheijd mogt sijn gesteld, daar van hij verklaarden geen kennisse nog geheugenisse te hebben, niet willende dat deselve sullen worden nagekomen, maar gehouden als of die nooijt gepasseert en waren.
En komende op nieuws ter dispositie van sijne tijdelijke goederen, soo verklaarde hij Testateur tot sijne eenige en universele Erfgenaam te nomineren ende te Instituëren sijne Moeder Lijntje Janse van der Giessen eerst weduwe van sijn Vader Cornelis Corse Waalboer en nu huijsvrouw van Arij Cornelisse van der Giessen, ende dat in alle sijne goederen soo wel roerende als onroerende goederen, Actien en Crediten, Geld, Goud en Silver, Gemunt en Ongemunt ende voorts niets uijtgesondert 't gene hij Testateur eenigsints metter dood ontruijmen ende agterlaten sal, omme daar meede bij de voornoemde sijne Moeder gedaan ende gehandeld te werden na haar believen en welgevallen sonder contradictie of tegenspreken van ijmand en sulks met vollen regt en titule van Institutie, nademaal den Testateur verklaarde niemand liever op dese Wereld te hebben dan de voorschreve sijne Moeder en deselve sijne nalatenschap te gunnen, dog indien de voornoemde sijne Moeder voor hem mogt komen te overlijden verklaarde deselve daar inne tot sijne Erfgenaam te Institueren sijnen Behouwd Vader den voornoemde Arij Cornelisse van der Giessen, denselven in dat geval daar inne Instituërende bij desen. Alle 't gene voorschreve staat, den Testateur duidelijk voorgelsen sijnde, verklaarde dit te wesen sijn Testament, laatste en Uitterste wille begerende dat het na sijn overlijden alsoo sal werden nagekomen, 't sij als Testament Codicil, of zoo zulx best na regten sal kunnen en mogen bestaan, alwaar't dat alle noodige solemniteijten hier in niet mogten wesen waargenomen, versoekende het Uijtterste voorregt te mogen genieten, en aan mij Notaris hier van te maken Acte.
Aldus gepasseert te Strijen ten presentie van Jacobus van der Linden en Dirk Batenburg als getuijgen.
Cornelis Cornelisse Waalboer
Op 18 maart 1782 wordt Cornelis Cornelisse Waalboer door Schout en Schepenen te 's Gravendeel tegenover Pieternella de Kreek, veroordeeld tot de betaling van ƒ 750 wegens "zodanige actien van defloratie (ontmaagding) en kraamcosten, als mede alimentatie". "…….tot lasten van gemelde Cornelis Waalboer, en des noods tegen zijne moeder Leijntje Janze van der Giessen".
Ingevolge den mondelingen appointemente commissooriaal van Schout en Schepenen van 's Gravendeel en Leer-Ambagt zijn op heeden den 18e Maart 1782, voor ons Paulus Bosvelt Schout, Johannes Geervliet en Pieter Schildmans Schepenen van 's Gavendeel en Leer-Ambagt als Commissarissen gecompareerdt Pieternella de Kreek meerderjarige dogter wonende onder deeze jurisdictie, zo voor haar zelven, als moeder en voogdesse van haar jonggeboren kindt, waarvan zij op den 22e December 1781 is verlost gewerden ter eenre, en Cornelis Cornelisse Waalboer, meerderjarig jonkman mede wonende onder deze jurisdictie, ter andere zeiden. Ende bekende verdragen te weezen, dat den comparant ter andere zeide, in voldoening van zodanige actien van defloratie1 en kraamcosten, als mede alimentatie van bovengemelde kindt, als gemelde Pieternella de Kreek zo voor haar zelven, en als moeder en voogdesse van haar jonggebore kind, tot lasten van gemelde Cornelis Waalboer, en des noods tegen zijne moeder Leijntje Janze van der Giessen eenigsints sustineerde te hebben, of welke ter dier zake, het zij uit hoofde van alimentatie, of uit wat zaake, of welken hoofde, of hoedanig zulx ook 1 ontmaagding weezen mogte, te eeniger tijd bevonden of gevordert zoude konnen werden, ten lasten van denzelven Cornelis Cornelisse Waalboer of zijne moeder Leijntje Janze van der Giessen in subsidium te weezen aan dezelve Pieternella de Kreek, zo voor haar zelfs en in gemelde qualiteit zal voldoen zeeven honderd en vijftig guldens, zo als dezelve comparante ter eenre, de voorz. somma van zeevenhonderd en vijftig guldens bekend heeden op het passeeren deezes ontvangen te hebben. En dat mitsdien Cornelis Cornelisse Waalboer en zijne voornoemde moeder Leijntje Janze van der Giessen , hier mede van alle lasten nopens het voorsz: kind bevrijt zullen zijn en blijven, en dat parthijen questien en geschillen voorts afgedaan zullen weezen, met compenzatie van costen. Verzoekende parthijen approbatie en hinc in de condemnatie van welgemelden Geregte op dezen verbaale. En verklaren wij Schout en Schepenen deze te approbeeren en parthijen hincq inden in den inhoude en naerkominge van deezen verbale te condemneeren. Ten oirkonde hebben wij Schout en Schepenen voornt deeze alzo onderteekent op dato als in het hooft van deezen.
G. Bosveld Pieter Schildmans
Schout Joh. Geervliet
|