NGV Stambomenverzameling
Pieter Marie Montijn
1822 - 1911 (88 jaar)-
Naam Pieter Marie Montijn Geboren 16 sep 1822 Den Bosch, (NB) Nederland Geslacht Mannelijk Recordnummer MH:I1196 _UPD 18 AUG 2016 20:46:08 GMT+1 Overleden 7 apr 1911 Gouda, Zuid-Holland, Nederland Persoon-ID I1196 Van Kleef Laatst gewijzigd op 24 dec 2019
Vader Adriaan Maarten Montijn, geb. 7 okt 1792, Oudewater , ovl. 21 jan 1864, Oudewater (Leeftijd 71 jaar) Moeder Neeltje van der Stok, geb. 31 aug 1789, Nieuwpoort , ovl. 11 jan 1876, Oudewater (Leeftijd 86 jaar) Recordnummer MH:F317 _UID 575dd4de45e561e69be120cf307af971 Gezins-ID F317 Gezinsblad | Familiekaart
Gezin Wilhelmina Petronella van Rouveroy van Nieuwaal, geb. 22 feb 1824, Buren (Gld) Nederland , ovl. 24 sep 1899, Hillegom (ZH) Nederland (Leeftijd 75 jaar) Getrouwd 19 okt 1854 Buren (Gld) Nederland Recordnummer MH:F314 _UID 575dcddf8d05e1e69be120cf307af971 Kinderen 1. Justus Adriaan Pieter Montijn, geb. 4 aug 1855, Oudewater , ovl. 13 feb 1939, Den Haag (Leeftijd 83 jaar) 2. Maria Johanna Margaretha Montijn, geb. 1857, Oudewater, Nederland , ovl. 21 feb 1945, Vorden (Gelderland) Nederland (Leeftijd 88 jaar) Laatst gewijzigd op 24 dec 2019 Gezins-ID F314 Gezinsblad | Familiekaart
-
Aantekeningen Montijn was een lid van het Nederland's Patriciaatsgeslacht Montijn en een zoon van burgemeester Adriaan Maarten Montijn (1792-1864) en Neeltje van der Stok (1788-1876); ook zijn broer Johannes Justus Montijn (1819-1848) was burgemeester.
Hij trouwde in 1854 met Wilhelmina Petronella van Rouveroy van Nieuwaal (1824-1899) met wie hij tien kinderen kreeg. In 1846 volgde hij zijn vader op als burgemeester en secretaris van Oukoop en tevens als secretaris van Papekop waar zijn vader burgemeester bleef. In 1850 werd hij daarnaast burgemeester van Lange Ruige Weide (wat hij bleef tot 1861) en combineerde dat vanaf 1852 met het burgemeestersambt van Hekendorp, en Papekop. In 1857 ging Oukoop op in de gemeente Hekendorp en in 1861 legde hij zijn burgemeestersambten neer om vervolgens notaris te Gouda te worden, een ambt dat hij tot 1897 bekleedde. Daarnaast was hij (met zijn vader) medeoprichter in 1850 en mededirecteur van de Nederlandse Brandwaarborgmij. Voor Roerende Goederen Enkel Van Landbouwers En Veehouders Onderling.